In het weekend van 26 en 27 januari gaan we er niet op uit, maar we doen wel mee met de Nationale tuinvogeltelling.
Wij tellen 15 huismussen, 2 spreeuwen, 2 eksters, 2 turkse tortels, 1 merel, 1 vink en 1 roodborst.
In onze tuin staat het aantal huismussen, net als landelijk, op #1, maar verder klopt er niet zo veel van t.o.v. de landelijk top.
Heel opvallend is het gebrek aan koolmezen tijdens de telling terwijl die toch regelmatig onze tuin bezoeken.
Omdat 7 soorten tuinvogels niet zo heel veel plaatjes opleveren ben ik blij als maandag de zon doorbreekt.
Ik ga naar vogelplas Starrevaart om te kijken of ik wat soorten toe kan voegen.
Gelukkig is het ijs weg, maar toch zijn er niet zo heel veel vogels te vinden rondom de hut.
De reden daarvan ontdek ik al snel als ik een luik aan de lange zijde open om zicht op de grote plas te hebben.
Een, letterlijk, adembenemende wind slaat me in het gezicht en ik zie dat heel veel vogels aan de overkant van de plas in de luwte drijven.
Daar kan ik fotografisch niets mee, dus ik doe snel het luik dicht en open er een aan de korte kant waar ik, zonder wind in mijn gezicht, afwacht wat er voor vogels op de golven langs komt drijven.
Gelukkig levert een uurtje geduld dan toch nog wel wat soorten op.
Als ik weer bij de auto ben verdwijnt de zon en komt er een hele donkere wolk aandrijven. Ik ben gelukkig net voor de neerslag ingestapt.
Onderweg terug naar huis breekt de zon weer door en daarom besluit ik door de polder langs de Amaliahut te rijden.
Dat is een goede keuze want ik kan op die manier de dagsoortenlijst nog wat uitbreiden.
Klik op een foto voor een groter beeld.
(klik hier voor een andere wandeling) (Google Map van de wandeling; Google Map van de autorit)
Tuinvogeltelling (26-1) Vogelplas Starrevaart (28-1) Polder en Amaliahut (28-1)
