Als je hieronder op een van de kleine foto's klikt,
krijg je het grote exemplaar te zien.
(Met BACK/TERUG/VORIGE van je browser ga je vanaf die foto terug naar deze pagina) |
|
Op dag 2 moeten we vroeg op (5:30). Dit is het uitzicht vanaf het hotel. Een paar blue-jays op de daken. | |
We wachten voor het hotel op het inladen van de koffers in onze bus. | |
En dan zijn we om 10:30 uur bij onze eerste Maya-ruďne: Tulum.
Als we even bij de kaartjes-verkoop moeten wachten zoekt iedereen de schaduw op. We moeten nog even aan het klimaat wennen. Hoe vindt je dit wortelstelsel? Je ziet gelijk hoe die bomen zich aan de kale rotsen vastklampen. |
|
Het bord met een overzicht van het terrein | |
Op deze kaart zie je hoe onze route door de ruďne was.
Vroeger (op deze kaart) waren de in- en uitgang andersom dan tegenwoordig. Naar de cijfers op de kaart wordt verderop in de tekst verwezen als (#). |
|
En dit zijn dan eindelijk de Maya-ruďnes. | |
Achter ons staat een wachttoren.(1) Tulum is een van de laatst gebouwde Maya-steden.
De bouwkunst is dan al voor een deel verloren gegaan. En dat zie je in dit scheve, grof-gebouwde gebouwtje |
|
Dit is de groep. We luisteren naar de uitleg van onze (Belgische) gids. | |
Tussen de ruďnes door zie je de Atlantische oceaan. | |
Het volgende gebouw waar we langs lopen is een paleis dat op de kaart geen naam heeft gekregen.(2) | |
Onze eerste hagedis. We zullen deze en andere dieren nog heel wat gaan zien/fotograferen.
Tussen de foto's van de ruďnes verschijnt daarom af en toe een foto van de plaatselijke fauna. |
|
Dit is het Palacio. Hij ligt recht tegenover Templo de las Pinturas. (3) | |
We bestuderen nu eerst de “Templo de las Pinturas”.(3)
Het is versierd met zeldzame zwart/witte muurschilderingen. |
|
Boven de deuropening zijn 3 reliefs. De middelste stelt Dios Descendente voor, de afdalende god. Als je goed kijkt lijkt het mannetje inderdaad met zijn hoofd naar beneden te vallen/springen. Hij is de god van de vruchtbaarheid | |
Hier zie je naast Oscar de stęle die voor de tempel staat. | |
Op de hoeken van het gebouw zijn mooie maskers gemaakt. | |
Het chac masker van de andere hoek | |
Als je schuin naar de hoek kijkt, lijkt het Chac masker je echt recht aan te kijken. | |
Daarna gaan we naar El Castillo, de hoofdtempel.(4) | |
Hier staat ook weer zo’n scheef gebouwtje. Het is de tempel van de afdalende god. | |
Dit is een maquette van El Castillo. Het geeft een mooi overzicht. | |
De voorkant van de grote tempel is gericht naar de ondergaande zon. | |
We mochten niet de trappen op om boven te kijken. Deze foto is gemaakt vanaf het platform recht voor de hoofd-piramide. Je kan de mooie slang-pilaren net niet zien. | |
Op het voorterrein is dit gebouwtje. | |
Met daarin een offersteen.
En ik vraag me dan altijd af wat hier geofferd werd: voedsel of mensen? |
|
Een jong van een geel/zwarte wevervogel. | |
Als we naar de achterkant van El Castillo lopen, kijk je uit op zee. Je ziet goed dat Tulum op de rotsen gebouwd is.
Je ziet aan de bomen hoe het hier constant waait. |
|
Een hagedis die een koffervis probeert op te eten. Hij liever dan ik. | |
Naast de hoofdtempel is een klein strandje.(5) Mensen die tijd hebben gaan hier wat zwemmen.
Wij hebben die tijd helaas niet.
In de verte zie je de branding op het rif. Het schijnt ook erg mooi te zijn om hier te gaan duiken.
Hierboven schreef ik al dat het hier constant waait. De tempel die je nu ziet is dan ook de tempel van de god van de wind, Kulkulkan.(6) |
|
Nog een foto van de tempel van Kulkulkan vanaf de andere kant. Je ziet nu ook de minitempel er vlak voor. Het platform waar de tempel op staat heeft afgeronde hoeken. | |
Vanaf de hogere rotsen bij de zee nog een overzichtsfoto van het terrein. Je kan nu de muur rondom het hele terrein goed herkennen. | |
Vlak voor we weg gaan nog een blik achterom. | |
Bij de uitgang voert een groep moderne Maya's de “dodensprong” uit.
Het is een Maya-ritueel, waarbij ze vanaf de top van een paal naar beneden springen, en een bepaald aantal keer om de paal moeten draaien. Dat getal heeft oorspronkelijk uiteraard een rituele betekenis. Hier doen ze het gewoon voor de toeristen. |
|
de 4 man boven in de paal wachten ... | |
... tot de ene man beneden genoeg geld heeft opgehaald van toeristen zoals ik ... | |
... en dan springen ze. | |
Om 17:00 uur komen we aan in ons hotel in Chetumal. In de hal hangt een houten replica
van een relief van de Jaguar-god Balam die een geofferd hart opeet. En Balam lijkt op onze achternaam:
Balm. Grappig nietwaar?
Bij het inchecken werd onze naam ook als Balam opgeschreven.
Tjee, we voelden ons ineens een klein beetje goddelijk ... |
|
Nog een keer de jaguar god, maar nu als beeld. | |
Dit is een houten replica van de zonneschijf. Deze geeft de tijdrekening van de Inca's weer. | |
Na het inchecken gaan we naar het museum. Daar hebben ze een authentieke Maya-hut of palapas
nagebouwd met een waterput er naast.
Het dak wordt van een speciale soort palmbladeren gemaakt, en blijft 20 tot 30 jaar goed. In de hut zijn wat hangmatten om te slapen, en een boomstronk als tafel met wat kleine krukjes er om heen. Ook nu nog wonen veel inlanders in een palapas. Die is alleen wel wat groter. Rond de hut scharrelt wat vee zoals kippen, kalkoenen, eenden, varkens of een koe. |
|
Verschillende maskers, vazen en beeldjes. | |
Op deze plaat zie je hoe de Maya’s vroeger streefden naar hun uiterlijke ideaalbeeld:
een hoog, schuin naar achter wijkend voorhoofd en een loensende blik.
Het schuine voorhoofd werd al bij baby’s gemaakt, als de schedel-delen nog niet vergroeid zijn. Met plankjes werd het hoofd in het gewenste model gedwongen. De loensende blik werd gemaakt door bij de kinderen een kraal aan hun haar vlak voor hun ogen te laten bungelen. Doordat ze steeds naar de kraal kijken, gaan ze vanzelf scheel kijken. Eenmaal volwassen worden er ook nog de nodige tatoeages toegevoegd om het uiterlijk helemaal perfect te krijgen. |
|
Op deze pyramide staat het kastensysteem uitgebeeld.
Van boven naar beneden: de koning, de edelen en/of priesters, de krijgers, de hogere ambachten zoals veren-kunstenaars en bontwerkers en helemaal onderaan het gewone volk. |
|
Replica van een stęle of heilige boom. Elke stęle beeldt een bepaalde koning uit, en aan de achterkant worden zijn heldendaden beschreven. | |
nog een stęle. | |
en nog een. | |
Er staan hier een heleboel maquette van de diverse piramides, en niet zoals ze er nu uit zien, als een ruďne, maar in hun volle glorie, zoals ze er ooit moeten hebben uitgezien. We hebben geprobeerd om die pyramides waar wij naar toe gaan hier ook te fotograferen. Dat zie je verderop in dit verslag terug. | |
Dit is een replica van de wandschilderingen uit de tempels van Bonampak. | |
Hier is de Maya-kalender in beeld gebracht: De kalenderronde:
3 tandraderen van de tijd.
1 ronde = 52 jaar. 2 linker tandraden: de Tzolkin kalender met een rad van 13 dagen en een rad van 20 maanden. Rechter tandrad: de ha’ab kalender op basis van het zonnejaar. Hierin zitten 18 maanden van 20 dagen, en 1 “goddeloze” maand van 5 dagen. Elke dag en elke maand heeft een eigen god, die hier ook zijn afgebeeld. Op het middelste tandrad zie je ook het talstelsel van de Maya’s. Een punt is 1, een streep is 5. Wist je dat de Maya’s het eerste volk is dat de nul heeft uitgevonden? Cruciaal voor wiskunde en sterrenkunde. Hiervoor wordt een liggend, ovaal-teken gebruikt. Dit nul-teken met een punt erboven betekent 20. |
|
Een replica van een slangen-pilaar die veel gebruikt wordt in de tempels bovenop de piramides. | |
close-up van de kop. | |
Ook dit figuur wordt veel gebruikt als pilaar.
Het is een afbeelding van 1 van de 4 goden die het hemelgewelf omhoog houden. Je ziet een jaguar op zijn borst als teken van goddelijkheid. |
|
Dit soort ornamenten kom je ook steeds tegen. Het is een slang met een mensenhoofd in zijn bek. | |
Na het museum gaan we naar ons hotel. | |
Tegenover het hotel staat dit kunstwerk. Het is een samenvoegsel van diverse Maya-kunst.
In het midden zie je een jongetje met een maiskolf zitten. Dit verwijst naar het scheppings-verhaal van de Maya’s. Zij geloofden dat de goden de mens van maisdeeg geboetseerd hebben. Het lukte de goden trouwens pas bij de tweede keer om de mensen te maken. De eerste keer probeerden ze om “vereerders” te maken van klei. Dit mislukte echter omdat deze wezens te dom waren om te onthouden dat ze de goden moesten vereren. Deze eerste wezens gingen de bomen in en werden de apen. De wezens die ze maakten uit mais waren slimmer, en vereerden hun goden dagelijks. |