2024-01-22 (322 foto's) Het plan is dat we om 7:00 uur ontbijten zodat we om 7:30 op weg kunnen naar onze laatste lodge, want het wordt vandaag een lange reisdag.
Onze groep is netjes om 7:00 uur in de eetzaal, maar er is nog geen ontbijt. Dat is er pas om 7:30. Tsja, wat doe je er aan.
Iets later dan gepland, worden om 8:00 uur onze koffers in de bus geladen, en gaan we op weg, terug richting de kust.
We gaan naar Jamin Koto, waar we met een pont de Gambia oversteken naar Janjanbureh op Janjanbureh Island.
Het gedoe rondom de pont is fascinerend om aan te zien. Er is 1 grote pont waar 2 auto's op passen. Daarnaast varen een heleboel kleine overdekte bootjes heen en weer met mensen, en soms ook dieren.
Iedereen in zo'n klein motorbootje krijgt een zwemvest aan, en dan gaan ze naar de overkant.
Er zijn heel wat stalletjes waar allerlei dingen verkocht wordt aan de wachtende mensen. Er zijn ook heel wat paard-en-wagens die diverse goederen bij de boot afladen en retour krijgen.
De paarden krijgen tijdens het wachten een bad, en staan tevreden in het water te schoppen. Daarna krijgen ze wat hooi.
Als onze bus aan de beurt is, moeten er eerst ergens planken vandaan gehaald worden, zodat hij de boot op kan rijden. Als de 2 auto's die meegaan op de boot staan, mogen wij ook aan boord.
Aan de overkant moeten wij er eerst af, en daarna de auto's. Hier is een grote markt waar we eerst boodschappen gaan doen voor de lunch.
Het eiland Janjanbureh heeft een rijke geschiedenis vanwege zijn belangrijke ligging midden in de Gambia.
Het eiland was een belangrijk centrum voor de slavenhandel. De slaven werden hier verzameld voor ze op de schepen werden geladen richting Amerika.
In 1823 werd op het eiland fort George gesticht door de Engelsen ten behoeve van bevrijde slaven.
Vanaf 1830 is Georgetown, zoals het dan heet, een overslagpunt voor pinda's, rijst etc. In 1995 werd als onderdeel van de afrikanisering zowel het eiland als de stad omgedoopt naar Janjanbureh.
Aan de zuidkant van het eiland is een brug zodat we heel gemakkelijk het eiland af kunnen om onze reis te vervolgen.
10 minuten nadat we van de markt weggereden zijn stoppen we bij een klein meertje voor een gors die hier volgens Modou komt drinken. En jawel, binnen 5 minuten zit de gosling's bunting in een boompje naast het meertje.
Een prachtige gors met rood-oranje buik. We kunnen daardoor weer snel de bus in en verder rijden.
Ruim een uur later draaien we de asfaltweg af en een aardenweg in. We zoeken namelijk nog steeds de pygmy goose. Vanuit de bus worden alle plasjes met waterlelies afgezocht naar de kleine gansjes.
Helaas zit er niks, dus gaan we verder naar Kunuku, naar het grootste wetland van Gambia. Hier gaan we eerst alles afzoeken met een scoop om de gansjes te vinden.
We zien een koppeltje prachtige northern carmine bee-eater in een boom, toch ook een nieuwe soort voor ons.
En terwijl Jaap en Modou met hun telescopen aan het zoeken zijn, lopen wij als goed georganiseerde groep naar de bee-eaters om steeds mooiere foto's te maken.
Jaap en Modou kunnen geen gansjes vinden, maar ze zien wel een african hobby heel ver weg in een boom zitten. Veel te ver voor foto's, wat erg jammer is want ook dat is een nieuwe soort.
Thuis blijkt dat Oscar de vogel langsvliegend op de foto gezet heeft. Wow, dat is nou nog eens een leuke verrassing. Zo hebben we hem toch.
Als we even later over een dijkje tussen het riet lopen horen we het bekende gezang van een rietzanger, die hier overwintert. Maar ook vanaf dit dijkje lukt het niet om het gansje te vinden.
Verder dan maar weer, naar een volgend plas-dras gebied.
Bij Kumbaney is een reeks plasjes, die allemaal vol waterlelies staan. Het water staat vrij hoog, waardoor we een ruime omtrekkende beweging moeten maken om met droge voeten het gebied in te kunnen lopen.
We moeten vrij ver het gebied in lopen, maar dan zien we ze eindelijk: african pygmy goose. Daar zijn we al dagen naar op zoek.
En we zien er zelfs 14! Modou heeft er nog nooit zoveel bij elkaar gezien. Verspreid in kleine familiegroepen zwemmen ze tussen de waterlelies. Vooral het mannetje ziet er erg mooi uit.
We genieten een half uurtje van de vogels, en lopen dan terug naar de bus, waar Fanta onze stokbrood-lunch inmiddels heeft klaargemaakt want het is al 14:00 uur.
Niet iedereen eet een heel stokbrood op, en wat over is wordt aan langslopende scholieren gegeven, die er erg blij mee zijn.
Na de lunch rijden we weer verder. Na een uur wordt er heel even gestopt, want Modou heeft black crowned-crane's gespot die in een plasje staan. Wow, nou zien we deze zeldzaamheid al voor de 2e keer. Gaaf.
We stappen heel even de bus uit voor foto's. Modou wijst ook nog naar een wit reigertje, en verteld dat dat een western reef heron is. Maar, die horen toch zwart te zijn?
Ja, dat klopt, maar er bestaat blijkbaar ook zoiets als een white morph. Dat is om het makkelijk te houden . . . .
Wat we tot nu toe ook nog steeds gemist hebben is de abyssinian ground hornbill. Daarom draaien we om 16:30 bij Wurokang opnieuw van de asfaltweg af, en gaan we achter het dorpje in de pindavelden zoeken.
Als we bij het laatste huisje zijn zegt Oscar: er zit hier een soort tapuit op het paaltje naast de bus.
Hij en Marieke maken vanuit de bus snel foto's. En dan ziet Modou achterom kijkend de vogel: dat is een african silverbill!.
Hij geeft opdracht om voorzichtig achteruit terug te rijden naar het paaltje, zodat iedereen de vogel kan zien.
Maar helaas, de vogel vliegt op, gaat nog heel even in wat grashalmen zitten en verdwijnt dan. De meesten hebben hem toch even gezien, maar alleen Oscar en Marieke hebben foto's.
Verder maar weer. Met de bus rijden we dwars over de velden en speuren we alles af op zoek naar grote zwarte vogels die over de grond lopen. We zien helaas niets.
Als we door het dorpje terug rijden naar de asfaltweg vraagt een groepje vrouwen om lege waterflessen. Fanta geeft alle flessen die we in de loop van vandaag verzameld hebben door het raampje en ze kijken allemaal blij.
Fanta verteld dat ze de flessen gebruiken om water aan hun kinderen mee naar school te kunnen geven. Heel nuttig hergebruik van de flessen dus.
Als we weer terug zijn op de asfaltweg roept Modou onverwacht STOP! Hij heeft wat leuks gezien. Grondneushoornvogels !!
De bus wordt langs de kant van de weg gezet en wij lopen in hoog tempo door het hoge gras en langs struikjes in een omtrekkende beweging het veld in. En dan zien we maar liefst 3 vogels: pa, ma en zoon. Gaaf.
Grondneushoornvogels leven vaak in familiegroepjes met een al volwassen jong die meehelpt met het groot brengen van het volgende nest.
Modou loopt terug en benadert de vogels vanaf de achterkant, waardoor ze naar ons toelopen. Eentje vliegt eerst een boom in om daarna recht over ons hoofd te vliegen. Geweldig.
Na deze mooie ervaring gaan we in een keer door naar AbCa's Creek Lodge in Kassagne, onze laatste lodge van deze reis.
Daar komen we om 18:45 aan. De sleutels van onze huisjes worden snel uitgedeeld. Nog even snel douchen, en dan kunnen we gaan eten.
Om 19:30 wordt het buffet geopend met een speech van de manager. Er is keus uit diverse lekkere schotels, en voor Oscar wordt een lekker visje gebakken zonder kruiden. Maar wel met patat.
Er is zelfs een toetje: vers gesneden fruit. Nog even de checklist van deze succesvolle dag, en dan kunnen we gaan slapen.
Vandaag zijn er door de groep 98 vogelsoorten gezien waarvan wij er 68 op de foto hebben gezet. Hiervan zijn er 6 nieuw voor onze levenslijst.
Klik op een foto voor een groter beeld.
   (Google Map van deze dag)
(bij de foto's staan alle dieren met hun engelse namen omdat de boeken die we gebruiken om ze op te zoeken engelstalig zijn)