Als je hieronder op een van de kleine foto's klikt, krijg je het grote exemplaar te zien.
(Met BACK/TERUG/VORIGE van je browser ga je vanaf die foto terug naar deze pagina) |
Om 12:45 zijn we bij het dalstation van het Columbia Icefield.
|
 |
Door de ontmoeting met de beer zijn we aan de late kant, dus geen lunch, maar gelijk met de pendelbus naar het ijsveld.
|
 |
We gaan met busnr 2.
Feitje: een gletsjer wordt altijd aan de west-kant van de berg gevormd, want de ochtendzon is niet zo sterk als later op de dag.
|
 |
Vanuit de pendelbus zie je de rivier die vanaf de gletsjer weg stroomt.
De boompjes op de voorgrond zijn 400 tot 800 jaar oud. De boompjes groeien slechts 60 dagen per jaar, en dan nog maar aan 1 kant.
De noordkant van de boom bevriest telkens, waardoor ze aan die kant nauwelijks groeien.
|
 |
Bij het gletsjer-station op de rand van de gletsjer moeten we overstappen in de speciale snowcoaches.
Nee, niet die, die is al ouderwets.
|
 |
Wij nemen deze snowcoach.
|
 |
We moeten eerst van de morenen-berg naar het ijs, steil naar beneden.
|
 |
Beneden is een plas water om de wielen schoon te spoelen, anders zou er te veel vuil meegenomen worden de gletsjer op.
|
 |
We zijn nu al op de gletsjer. Onder al die rotsen is heel veel ijs.
|
 |
Naast de gletsjer zie je al het steengruis liggen dat afgebrokkeld wordt van de berg.
Canada heeft 4 grote ijstijden gekend, en deze gletsjer is een overblijfsel van de laatste ijstijd die 10.000 jaar geleden eindigde.
In die tijd was er een ijskap van hier helemaal tot voorbij Calgary. De tocht van het ijs van hier naar de prairie kon meerdere
eeuwen duren.
|
 |
Alle snowcoaches op een rij.
|
 |
Er is verrassend veel smeltwater op de gletsjer.
Een gletsjer wordt gevormd als sneeuw hoog in de bergen valt en blijft liggen. Als het zich jaar na jaar opstapeld tot 30 meter,
worden de onderste lagen samengeperst tot ijs. Als er meer en meer sneeuw valt, en de dikte van het ijs groeit, stroomt het uiteindelijk
in de valleien rond de bergtoppen en begint naar beneden te vloeien. En een gletsjer is geboren. Dit ijs is al 400 jaar oud.
|
 |
Midden op de gletsjer is een veilig gebied afgezet waar we mogen lopen. Ik sta achter de afwateringsgeul die om dit afgezette gebied heen loopt.
|
 |
Dit fijne, zwarte poeder is het stof of as waaromheen de sneeuwvlokken zich gevormd hebben.
Meestal is het as van bosbranden of vulkanen.
|
 |
Het bruine poeder is afgeschaafde rots.
|
 |
De gletsjer is dus allerminst wit.
|
 |
De chauffeuse van de snowcoach vertelde dat als je van het gletsjerwater drinkt, je 10 jaar jonger wordt.
Aangezien we hier toch zijn, probeer ik dat maar eens uit.
|
 |
Hier zie je hoe snel een voetstap een gat met water wordt.
|
 |
Koud hoor. Op de achtergrond zie je dat de gletsjer is opgebouwd uit sneeuwlagen. 1 per jaar.
De snelheid van het ijs binnen de gletsjer verschilt per laag, net zoals in een rivier. De onderste laag wordt door de hoge
druk "plastisch", waardoor hij zonder breken over de ongelijke rotsbodem vloeit. Hoger in de gletsjer is het ijs bros,
zodat het breekt. Het resultaat daarvan zie je op deze foto.
|
 |
Hier zie je goed hoe groot die ijsvlakte eigenlijk is. Het is ook de grootste van de Rockies: 389 km2
|
 |
De wielen: extra groot, extra breed, extra diep profiel.
|
 |
Er zijn maar 2 plekken ter wereld waar deze speciale snowcoaches rijden: hier 20 stuks, en in Antartica nog 2 stuks.
|
 |
Een gaatje langs de ijsweg. Over dit soort gaatjes kan een "brug" van sneeuw komen te liggen die hem onzichtbaar maakt.
En dat is waarom een gletsjer zo gevaarlijk is, en waarom je altijd in de sneeuw moet porren tijdens het lopen.
|
 |
Als we terug zijn bij het dalstation, maken we daarvandaan een paar overzichtsfoto's.
Sneeuw dat op de rechter bergpiek valt, kan 3 kanten op vloeien:
- naar het oosten, richting Atlantische oceaan,
- naar het westen, richting Grote Oceaan,
- naar het noorden, richting Arctische Oceaan.
|
 |
Het meer vlak voor de gletsjer heet Sanwapta meer. Dit meer wordt steeds kleiner door al het steen dat de gletsjer meeneemt.
De hoogste bergpiek van het ijsveld is Mount Columbia, 3745 m hoog. |
 |
Dit meer, links van de weg voor de pendelbussen was vroeger het meer aan de voet van de gletsjer.
Het ijs is op het dikste punt zo'n 365 m diep. Er valt per jaar zo'n 7 m sneeuw.
|
 |
Alleen met een gids mag je over de hele gletsjer wandelen. De meeste van deze wandelaars (de mieren op de foto) gaan alleen naar het begin van
gletsjer.
|
 |
Deze bonte kraai probeert eten van de toeristen los te krijgen.
|
 |
De gletsjer wordt ieder jaar 10 m korter. Zie je rechts van de zijweg voor de bus die paal? Tot zover kwam de
gletsjer in 1884.
|
 |
De Columbia Icefield is een groot ijsveld dat over de bergen ligt uitgespreid. Wat wij zien is slechts
een ijstong aan de rand van het ijsveld. De linkertong waar wij zij geweest heet de Athabasca Glacier.
|
 |
Om 15:15 zitten we in de bus voor de terugreis naar Canmore.
En we zien weer een beer!
|
 |
De buschauffeur remt, en gaat gewoon op de vluchtstrook met de beer meerijden, zodat wij foto's kunnen maken.
|
 |
De grilligheid waarmee het water zijn weg zoekt is hier goed zichtbaar.
|
 |
We rijden over Highway 1, een snelweg die helemaal van oost naar west Canada loopt.
Ook wel genoemd de Trans Canada Highway.
|
 |
Bij mount Chefron een fotostop en even wat bewegen.
|
 |
De Three Sisters, achter ons hotel in Canmore. Deze drie nonnen zijn onderdeel van de bergketen aan de voeten van de rockies.
Canmore is gesticht in 1883 als een splitsing van de spoorbaan, en ook omdat de omgeving veel steenkool voor de trein had.
Canmore was een steenkolenmijnstad tot 1979.
|
 |
In de hoteltuin is een familie eksters op bezoek. Dit is de brutaalste.
|
 |
De zonsondergang levert een fraai schouwspel op.
|
 |
Zoals deze roze gekleurde top.
|
 |