2025-09-06 (279 foto's) Als we om 6:00 uur naar de ontbijtzaal lopen worden we afgeleid door de herrie van een paar 1000 little corella's die in de bomen hebben geslapen. We lopen even naar de wit-bespikkelde bomen om dat spektakel te zien.
Dan snel ontbijten, want om 6:30 gaan we al op pad. Vandaag gaan we op diverse plekken in het zandsteengebergte zoeken naar vogels die alleen hier tussen de zandsteenrotsen leven.
De komende paar dagen zijn we in het Kakadu national park dat al ruim 50.000 jaar door de Aboriginals bewoont wordt.
We rijden 45 min naar het noorden, naar een gebied dat Bardejilidji heet. Bardejilidji betekent wandeling in Aboriginal.
Er is een prachtig trail uitgezet die je van het ene naar het andere spectaculaire deel van dit mooie landschap leidt.
Bij het begin van het trail is een droog bos met her en der nog wat plasjes, en daarom wordt er natuurlijk weer gewaarschuwd voor de krokodillen die zich daarin kunnen verschuilen. We blijven ver weg van de waterkant.
In de bomen wordt een channel-billed cuckoo gespot, een enorme koekoeksoort, en de grootste broed-parasiet ter wereld. Ze leggen hun eieren dan ook in de nesten van grote vogels zoals ravens, currawongs, butcherbirds en australian magpies.
Het mannetje vliegt eerst vlak over zo'n nest om de broedende gastouders weg te lokken, en het vrouwtje legt dan snel haar ei in het onbewaakte nest.
Na 20 minuten lopen we het bos uit en komen we in wat opener landschap met prachtige rotsformaties om ons heen. De rotswanden werden zo'n 140 miljoen jaar geleden gevormd, toen het grootste deel van het park onder een ondiepe zee lag.
Als we langs de rotswanden lopen speelt Martin het roepje van onze doelsoort: de sandstone shrikethrush. We hoeven niet lang te wachten of er verschijnt een exemplaar op de rand van de rotswand. Hij blijft geruime tijd zitten zingen, prachtig.
Met deze mooie soort in de camera lopen we door over de mooie trail. Onderweg zien we natuurlijk nog meer leuke vogels en we genieten volop.
Daarna rijden we met de busjes 10 minuten naar het noorden voor een 2e trail door het zandsteen gebergte. Dit deel heet Ubirr, en is beroemd door de vele rotsschilderingen van de Aboriginals.
De rotsen zijn sinds 40.000 v Chr voortdurend beschilderd en overgeschilderd. De meeste zichtbare tekeningen zijn de laatste 2000 jaar gemaakt. Sommige zijn tot in recente tijden opnieuw beschilderd.
De schilderingen zijn voor de Aboriginals heilig en boodschappen uit de Dreamtime.
Maar wij zijn hier voor een speciale duif, waarvoor we eerst naar de top van de berg gaan. Als we later weer naar beneden lopen is er hopelijk nog wel tijd voor de rotstekeningen.
Als we boven zijn aangekomen gaat iedereen met verrekijker of scoop alle rotsen afzoeken naar de duif. Het duurt lang, maar we blijven zoeken. En dan, na een half uur, ziet Sandra er eindelijk een tussen de rotsen zitten.
Er blijken er 3 in de schaduw verborgen te zitten. Gelukkig zitten ze op een plek waar we naar toe kunnen lopen, en uiteindelijk zien we de chestnut-quilled rock-pigeon prachtig dichtbij.
Terwijl we met de duif bezig zijn, verschijnt ineens een sandstone shrikethrush op de rand van een van de rotsen, de doelsoort van onze vorige wandeling. Bijzonder. Hij zit nu veel dichterbij dan onze eerdere waarneming, dus daar maken we natuurlijk gebruik van.
Na deze succesvolle missie gaan we in een rustiger tempo naar beneden en bekijken onderweg alle rock-art. Er zijn o.a. jachttaferelen en dieren met hun skelet en organen zichtbaar.
Er is ook een duidelijke tekening van de tasmaanse tijger of buidelwolf. Ooit kwam dit dier in geheel Australie en dus ook hier in Kakadu, voor, maar 2000 jaar geleden is hij op het vasteland uitgestorven. Een kleine populatie overleefde op Tasmanie, maar ook daar is hij inmiddels uitgestorven.
Vanaf 1888 werd het dier zwaar bejaagd door schapenboeren die bang waren voor hun dieren. Het laatste exemplaar van de tasmaanse tijger is in 1936 in een dierentuin gestorven.
We rijden weer terug naar Jabiru met een stop bij Cahills crossing.
Cahills crossing is een weg waarmee de East Alligator River 'overgestoken' kan worden, maar die wel meestal overstroomd is. Je kan dus alleen met een 4-wheel drive uitgerust met watersnorkel oversteken.
De weg functioneert als een dam waar de vissen (harders en barramundi) bij laag water overheen moeten springen.
Zoutwaterkrokodillen, Kakadu's felste roofdieren en 's werelds grootste reptielen, verzamelen zich in grote aantallen rond deze verhoogde weg om zich tegoed te doen aan de vissen.
Het is een seizoensgebonden fenomeen dat zich voordoet in het laatste deel van het droge seizoen met september als hoogtepunt. Door het hoge voedselaanbod zitten er dan 10 keer zoveel krokodillen als normaal.
Als iedereen genoeg heeft van het spektakel gaan we terug naar het hotel.
Het is erg warm, en daarom hebben we tot 15:00 uur siesta.
Op de hotelkamer blijkt dat het wasje dat Jolanda gisteravond deed nog net zo nat is als gisteren. Daarom knopen we onze waslijn langs de galerij voor de kamers en hangen daar alles aan op. Dat droogt beter. Nog voor we om 15:00 uur weer vertrekken voor de middagexcursie is alles droog.
Om 12:00 uur liggen er lunchpakketjes voor ons klaar in het restaurant. We halen ze op en gaan ze in de hotelkamer opeten.
Daarna gaan we een uurtje rond het hotel kijken of we nog leuke vogels kunnen vinden, en maken we ook foto's van het hotel en de aanwezig aboriginal kunst.
En het is inderdaad heel heet dus het laatste uurtje gaan we toch maar op onze koele kamer doorbrengen.
Om 15:00 uur stappen we weer in de busjes, om 5 minuten bij een droog bos alweer uit te stappen. We zijn hier voor een speciale duif: partridge pigeon. En we hebben nog geen 10 stappen gezet of we zien er al een op de grond zitten. Hij schrikt van ons en vliegt op.
Gelukkig blijft hij dicht bij in een boom zitten. Dit was de snelste zoektocht ooit naar een doelsoort, zegt Martin. Dat is fijn, dan hebben we meer tijd voor de volgende.
Terug naar de busjes, en nu rijden we 45 minuten naar het zuiden.
We gaan bij de Anbangbang billabong kijken naar watervogels. Er zitten green pygmy goose, wat een leuke soort is om te spotten. Na een half uurtje rijden we verder naar het Anbangbang zandsteengebergte.
Hier is de rustplek van weer een andere duif, en we hopen hem te zien als hij aan het einde van de dag arriveert en in de bomen gaat zitten.
Via een lastig trail dat ook weer langs allerlei rotstekeningen loopt, gaan we naar het uitkijkpunt.
Hier moeten we een klein uurtje wachten en dan wordt de zwart-witte banded fruit dove gespot. Hij zit vrij ver, dus we blijven nog even in de hoop dat er eentje dichterbij komt zitten.
Laurens scant alle bomen af met de scoop, en vindt een white-lined honeyeater ver weg in een boom. Jolanda maakt op basis van zijn beschrijving foto's: 'Die boom, rechts bovenin, iets onder de top. Hij zit nu vrij.'.
Tja die foto's moeten we thuis goed bestuderen in de hoop dat er iets te zien is. En jawel, op een paar foto's is de honeyeater te zien. Toch leuk, want deze honeyeater is een specialist van de zandsteengebergtes.
Er komt helaas geen 2e duif, en als het gaat schemeren moeten we terug naar de busjes.
Bij het hotel krijgen we 15 minuten voordat we gaan eten, gevolgd door het invullen van de vinklijst. Daarna op de hotelkamer het wasgoed opvouwen en in de koffers stoppen.
Vandaag hebben we 57 vogelsoorten op de foto gezet. Hiervan zijn er 19 nieuw voor onze levenslijst.
Klik op een foto voor een groter beeld.
   (Google Map van deze dag)
(bij de foto's staan alle dieren met hun engelse namen omdat de middelen die we gebruiken om ze op te zoeken engelstalig zijn)